Veiligheid en menselijkheid kunnen samengaan

Als cohousingproject in de zorg heb je een eigen specifieke dienstverlening die je te allen tijde wil garanderen. Ook tijdens een pandemie wil je daarom maatregelen nemen die de continuïteit daarvan niet in het gedrang brengen. Je wil ook de levenskwaliteit van je bewoners waarborgen. Het is dus steeds balanceren tussen de veiligheid van bewoners en medewerkers enerzijds en het menswaardig houden van de zorg anderzijds. Dat mag en kan, mits maatwerk en een goed crisismanagement.

Fysieke noden

Sommige bewoners hebben elke dag nood aan ondersteuning bij het invullen van fysieke noden zoals eten, wassen, wc-bezoek, … Het al dan niet inwonend zorgpersoneel moet door zijn permanente aanwezigheid die continuïteit van fysieke zorgen aan zijn bewoners kunnen garanderen. De waakzaamheid over het juist toepassen van de bescherming- en verzorgingsmaatregelen om infectie tegen te gaan, begint hier dus al in het ondersteunen van deze primaire fysieke noden.

Psychosociale zorgen

Naast de fysieke noden en – zorgen zijn er ook de psychosociale zorgen die aandacht moeten krijgen. Mensen reageren niet allemaal gelijk op een pandemie of crisis. Vereenzaming hakt soms even hard in op de mentale gezondheid – als een virus op de fysieke. Sommige bewoners zijn gewend aan een geïsoleerd leven en worden eerder rustig tijdens vb. een ‘lockdown’-situatie want de druk van verwachtingen en verplichtingen valt weg (minder gejaagdheid, minder moet, minder overgangen naar buiten, … ). Voor hen heeft de crisis een ‘normaliserend’ effect wanneer iedereen in z’n kot moet blijven. Niet zelden genieten zij ook van de extra gerichte aandacht van hun begeleiders die nu volledig terugplooien op ‘hun’ bewoners. Maar voor vele andere bewoners is een ‘lockdown’ wel zeer bedreigend en belastend juist omwille van de grote nood aan contact. Het niet kunnen invullen van deze basisbehoefte veroorzaakt voor sommigen sterk mentaal lijden. Volledige isolatie – en ook cohortewerking – is daarom geen duurzame oplossing voor het tegengaan van een pandemie.

Echte balans

De levenskwaliteit en het recht op psychologische hulp dreigen op de achtergrond te komen als de fysieke gezondheid bij een pandemie onder druk staat. Welzijn bekijken binnen een veilige context voor de gezondheid gaat niet ver genoeg. Dit houdt in dat je al een volgorde hanteert of prioriteit geeft aan de fysieke gezondheid. Soms moet de fysieke gezondheid primeren, maar evenzeer soms het welzijn. Streven naar een goed evenwicht, een échte balans, kan. Menselijkheid en veiligheid kunnen samengaan. Maar dat vraagt om creativiteit voortdurend bijsturen, maatwerk, een individueel perspectief.

‘Licht en lucht’

Alleszins, tijdens een crisis of pandemie blijkt des te sterker de nood aan verbinding met anderen. Bewoners willen de nabijheid van hun informeel netwerk maar ook van hun professionals. Soms zijn die laatsten zelfs hun enige connectie met de samenleving. Actief en authentiek aanwezig zijn is dé uitdaging voor zorgverleners naar hun bewoners, zeker tijdens een crisis. Ook dat is een evenwichtsoefening.

Inge Willem, Vesta: “In het algemeen hanteren wij het principe van “licht en lucht” voor onze bewoners. Voldoende luchtigheid en voldoende buitenlucht en – licht. Bewoners die ev. zouden toeklappen door het binnen blijven, kan je best blijven stimuleren om naar buiten te gaan, het licht te zien. Anderzijds is het ook niet nodig om iedereen steeds van alles op de hoogte te houden. Sommigen willen niet elke dag geconfronteerd worden met slecht nieuws over de pandemie, dwing hen er dus ook niet toe! Het mag ook al eens luchtig zijn.’

Interdisciplinair crisisteam

Cruciaal ook om de balans te bewaren, is een interdisciplinair crisisteam dat rekening houdt met verschillende invalshoeken (gezondheid en welzijn) maar dat vanuit een gemeenschappelijke visie eenduidig coördineert en beslist. Ook hier is voortdurend bijsturen en snel reageren cruciaal. Bij de start van een pandemie weet immers niemand ergens van. Iedereen leert met voortschrijdend inzicht. In die zin staan we misschien wel allemaal een beetje gelijk aan de start.

Auteur

Inge Willem

ortho-agoge Vesta vzw
Inge.Willem@vestavzw.be