Hoe verloopt het beslissingsproces bij een ouderproject: een blik achter de schermen bij Bijs vzw

Vzw Bijs is een ouderproject met samenwerkingen met verschillende zorgpartners, waaronder ook Vesta vzw. In Bijs vzw ligt de regie van de zorg bij de oudergroep. Twee verkozen ouders van inwonende kinderen en een teamcoach van de woonbegeleiders – een medewerker van vzw Vesta – vormen samen het dagelijks bestuur. Hoe nemen zij beslissingen tijdens een pandemie?

Bijs vzw

Crisisteam

Ook Bijs vzw stelde een crisisteam samen, met de leden van het dagelijks bestuur. Ze volgen alle wijzigende regelgeving en doen o.a. voorstellen over de te volgen procedures. Hiervoor laten ze zich bijstaan door experten van buitenaf: woonbegeleiders, medewerkers van Vesta, huisartsen van de bewoners of van de familie- of kennissenkring en ouders uit de oudergroep die werkzaam zijn binnen een ziekenhuis. De gebruikersraad (vereniging van alle ouders) beslist alles samen door stemming, dus ook maatregelen en ev. versoepelingen.

Onafhankelijke raadgevende arts

Na een half jaar in crisis had men in Bijs vzw nood aan een vaste huisarts. Een raadgevende arts want de coördinatie blijft bij het crisisteam. En vooral ook een onafhankelijke arts, die meer zou denken vanuit de groep dan vanuit een cliënt. De arts geeft vrijblijvend advies aan de oudergroep inzake de kwetsbaarheid van het samenwonen van de kinderen, alsook over VTO (Vorming, Training, Ontwikkeling) en aandachtspunten voor ondersteuners. Een samenwerkingsovereenkomst moest zorgen voor duidelijke afspraken en verwachtingen van de groep t.a.v. de arts en omgekeerd en een ‘goede klik’ tussen de arts en de groep was essentieel voor deze structurele samenwerking. Voor advies kan Bijs vzw ook vrijblijvend terecht bij Vesta alsook voor het nalezen van protocollen, delen van info enz. De medewerkers van Vesta die in Bijs vzw werken krijgen het nodige beschermingsmateriaal mee en zo legde de oudergroep intussen zijn eigen noodstock aan. Bijs vzw nam zelf ook contact met het AZ Nikolaas voor advies. Via het ziekenhuis heeft Bijs vzw de garantie op levering van goed beschermingsmateriaal en indien nodig, ondersteunend personeel.

Uitzonderingen moeten mogelijk zijn

De grote uitdaging is telkens het evenwicht zoeken tussen wat de overheid oplegt en wat haalbaar is voor ouders en kinderen. Wat is er nodig voor de groep en wat hebben mijn kind en ik, als ouder, nodig in relatie tot elkaar? “Dit zoeken naar evenwicht heeft er alleszins bij ons voor gezorgd dat wij van in het begin andere regeltjes, afspraken,… hadden (dan vb. die van het VAPH) in kader van psychische gezondheid van onze kinderen én hun ouders’, aldus Leen Goeman, bestuurder ouderinitiatief Bijs vzw. “Bij Bijs vzw hadden we veel aan de taskforce AZN in Sint-Niklaas, aan de raadgevend arts en aan collega-ouderinitiatieven. Aangezien het Vaph heel lang heeft gewacht met specifieke ‘regeltjes’ op te leggen aan ouderinitiatieven, stemden wij onderling af, met input van de zorgpartners. Ook dat loopt niet altijd even eenvoudig. De ene partner is de andere niet.”

Vergeet mantelzorgers niet!

De verhalen bestaan. Over ouders die niet betrokken worden bij genomen maatregelen in de voorziening of woonhuis. Die pas ‘last minute’ verwittigd worden dat hun kind toch in het weekend niet naar huis mag komen. Via een mail, zonder persoonlijk contact, in het kader van ‘the greater good’ moet de mantelzorger zich neerleggen bij de feiten. ‘Maar dat kan en moet anders’, wil Leen Goeman waarschuwen. ‘Ook de ouders van de bewoners, of mantelzorgers, zitten met heel veel vragen en maken zich zorgen. Zij hebben vaak een gevoel van machteloosheid t.a.v. alles wat boven hun hoofd beslist wordt. Vergeet hen dus niet en bepaal vanuit de voorziening of vanuit het woonhuis wie de communicatie met de ouders verzorgt. Hoe neem je de ouders van bewoners mee in de opgelegde afspraken? Wie is hun klankbord wanneer ze weken hun kind niet kunnen knuffelen? Een vaak vergeten groep. Nochtans, hun mentale gezondheid is van grote invloed en cruciaal voor het welzijn van ‘hun’ bewoners in cohousing.”, besluit Leen.

Auteur

Leen Goeman

Leen Goeman

Bijs vzw
leen.goeman@telenet.be